Voorwoord
De erkenning en de daaruit volgende subsidiëring van de verschillende erediensten door de Belgische overheid steunen op de Belgische grondwet. De erkende eredienst wordt vermeld in de wet van 4 maart 1870 betreffende het tijdelijke van de eredienst. De erkenning van de protestantse erediensten gaat terug tot de wet van 18 germinal van het jaar X van de Franse republiek (8 april 1802).
De reeds door de Nederlandse overheid gesubsidieerde protestantse kerken verenigden zich in 1839 in de Bond van Protestants-Evangelische Kerken in het koninkrijk België. Op 18 mei 1839 antwoordde de Minister van Binnenlandse Zaken op een verzoek uitgaande van de synode van deze Bond “… dat het de Koning heeft behaagd … te besluiten … dat de synode van de Bond van Protestantse Kerken in België … in het vervolg door zijn regering zal worden beschouwd als de enige kerkelijke autoriteit van de Protestantse Kerken in België en dat de besluiten van de genoemde synode zullen worden beschouwd als de uitdrukking van de wil van deze kerken”.
Als gevolg van fusies met de Methodistische Kerk (1969) en de Gereformeerde en Hervormde Kerk (1979) is de Bond uitgegroeid tot de huidige Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB). De overheid beschouwde deze synode als de enige kerkelijke autoriteit van de protestantse eredienst. De VPKB beheerde dan ook voor het gehele protestantisme de verschillende materies die een relatie met de overheid inhouden, in het bijzonder de erkenning van plaatselijke kerken en predikantsplaatsen, het godsdienstonderwijs in scholen, de aalmoezeniersdiensten in het leger, in de gevangenissen, in de ziekenhuizen en bij de migranten, en het verzorgen van protestantse uitzendingen op radio en televisie.
Bepaalde niet-gesubsidieerde kerken en denominaties, waarvan sommige reeds in 1839 bestonden, bleven echter buiten de erkende synode. Vanaf de 2de helft van de 19de eeuw en vooral in de 20ste eeuw, is een groot aantal nieuwe denominaties en onafhankelijke plaatselijke kerken ontstaan, voornamelijk van evangelische strekking. Wegens de grote verschillen op theologisch en Kerkordelijk vlak sloot de grote meerderheid van deze kerken zich niet aan bij de erkende synode en waren zij dan ook niet vertegenwoordigd bij de overheid.
Ten einde betrokken te zijn in het beheer van de materie die een relatie met de overheid inhouden en ook vertegenwoordigd te zijn bij de overheid, verenigden een aantal van deze denominaties en kerken zich in de Evangelische Alliantie Vlaanderen (EAV) en in de Fédération Évangélique Francophone de Belgique (FEFB).
Toen een erkenning als aparte vleugel binnen de protestantse eredienst niet mogelijk bleek, werd samen met het Verbond van Vlaamse Pinkstergemeenten (VVP) in 1998 de Federale Synode van Protestantse en Evangelische Kerken in België opgericht.
Ook de VPKB werd uitgenodigd, hiervan deel uit te maken. Na afwijzing hiervan door de VPKB ondertekenden in 1998 de FS en de VPKB een intentieverklaring om onderhandelingen te beginnen over de oprichting van een nieuw administratief orgaan om beide vleugels bij de overheid te vertegenwoordigen en om alle zaken die door de overheid zijn toevertrouwd aan de protestantse eredienst, te organiseren.
Deze onderhandelingen, aangespoord en ondersteund door de overheid, verliepen in een klimaat van een groeiend wederzijds vertrouwen en hebben geleid tot de hieronder vermelde overeenkomst.
Intussen werken de FS en de VPKB nu al meer dan 10 jaar samen in deze administratieve structuur. In het algemeen verloopt dit tot tevredenheid van beide kanten, zij het dat af en toe enige spanning ontstaat die terug te voeren is op inhoudelijke verschillen tussen beide.
Inleidende opmerkingen
Wanneer er in de onderhavige statuten sprake is van:
1. VPKB en van FS, dan gaat het ook om de denominaties die bij deze vleugels aangesloten zijn;
2. de burgerlijke overheid, dan gaat het om elke overheid, ook de militaire overheid;
3. dde term “administratief”, dan gaat het om het organiseren van alle materie, door de overheid toevertrouwd aan de protestants-evangelische eredienst.
I ALGEMENE PRINCIPES
I ALGEMENE PRINCIPES
Artikel 1
- De Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst (ARPEE) is een administratieve samenwerkingsstructuur tussen de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB) en de Federale Synode van Protestantse en Evangelische Kerken in België (FS).
- De ARPEE is in al haar onderdelen uitsluitend samengesteld uit vertegenwoordigers van de VPKB en de FS.
- De twee vleugels verbinden zich ertoe aan de protestants-evangelische denominaties en kerken die niet bij een van hen zijn aangesloten, een verscheidenheid van wegen tot aansluiting aan te bieden. Door middel van een dergelijke aansluiting wordt aan andere denominaties of kerken de mogelijkheid geboden om daadwerkelijk aan het werk van de ARPEE deel te nemen.
- De criteria voor aansluiting worden bepaald door de betrokken vleugel en worden, telkens hierin veranderingen optreden, aan de andere vleugel meegedeeld.
- Elke vleugel kan iedere kandidaat toelaten die voor hem aanvaardbaar is.
- Elke vleugel verbindt zich ertoe de andere in kennis te stellen van elk verzoek tot aansluiting door een denominatie. Alvorens de kandidatuur te aanvaarden, worden de eventuele bezwaren van de andere vleugel gehoord en beantwoord. De andere vleugel krijgt na de inkennisstelling drie maanden de tijd om zijn bezwaren in te dienen.
- Elke vleugel verbindt zich ertoe de andere vleugel elke maand in kennis te stellen van de kerkgemeenten die zich onlangs bij een van zijn denominaties hebben aangesloten. De andere vleugel krijgt na de inkennisstelling drie maanden de tijd om zijn bezwaren in te dienen
Artikel 2
- De ARPEE heeft als opdracht om als administratieve vertegenwoordiger van de protestants-evangelische eredienst op te treden bij de burgerlijke overheid namens de VPKB en de FS en alle materie te organiseren, door de overheid toevertrouwd aan de protestants-evangelische eredienst.
- De vleugels behouden voor alle andere zaken, zowel administratieve als niet-administratieve, hun autonomie alsook hun eigen woordvoerder.
- De personen die in de ARPEE optreden, zullen wederzijds respect tonen voor de geloofsovertuigingen van de VPKB en de FS.
Artikel 3
- Beide vleugels zetelen op voet van gelijkheid in alle onderdelen van de ARPEE-structuur.
- Om de tien jaar zal de centrale raad een evaluatie van de ARPEE houden.
- De evaluatie heeft tot doel na te gaan of:
a) de ARPEE-structuur een vlotte werking kent in al haar onderdelen;
b) de ARPEE-structuur een goede vertegenwoordiging garandeert naar de overheid;
c) de achterban van beide vleugels tevreden is met het functioneren van de ARPEE-structuur. - De evaluatie betreft de volgende aspecten:
a) goede communicatie van en naar de achterban;
b) goede communicatie van en naar de andere vleugel;
c) goede communicatie van en naar de overheid;
d) vlotte besluitvorming in het kader van de centrale raad en de verschillende commissies;
e) vlotte communicatie van de genomen besluiten naar de betrokkenen;
f) vlotte uitvoering van de besluiten;
g) goede dienstverlening naar de achterban;
h) goede en regelmatige informatiestroom naar de achterban;
i) goede en ruime vertegenwoordiging van de denominaties door de respectievelijke vleugels in de ARPEE-structuur;
j) evenwicht van de begroting. - Bij de tienjaarlijkse evaluatie kan het pariteitbeginsel herzien worden mits instemming van beide vleugels. Indien beide vleugels bij een patstelling niet tot een consensus kunnen komen, dan wordt het advies ingeroepen van de bemiddelingscommissie of van een externe bemiddelaar, aangeduid na onderling akkoord door beide vleugels.
Artikel 4
- De ARPEE bestaat uit een centrale raad en commissies.
II DE CENTRALE RAAD
II DE CENTRALE RAAD
Artikel 5
- De centrale raad van de ARPEE bestaat uit acht leden.
- De voorzitters van de VPKB en van de FS zijn ambtshalve lid.
- Beide vleugels vaardigen minstens een van hun vicevoorzitters af.
- Bij de keuze van de overige leden van de centrale raad ziet iedere vleugel erop toe, dat er een evenwichtige vertegenwoordiging qua taal en zo mogelijk qua geslacht (man/vrouw) in de afvaardiging wordt bewaard. Het mandaat geldt voor een periode van vier jaar.
- Gedurende de maanden voorafgaand aan hun in functie treden, kunnen de nieuw verkozen voorzitters deelnemen aan de vergaderingen van de centrale raad in de hoedanigheid van waarnemer om zich vertrouwd te maken met hun toekomstige taken.
- De covoorzitters worden geacht tweetalig (Franstalig en Nederlandstalig) te zijn. Bij de keuze van de overige leden van de centrale raad wordt er gestreefd naar passieve tweetaligheid.
Artikel 6
- Het voorzitterschap van de centrale raad wordt gemeenschappelijk verzekerd door de voorzitters van de beide vleugels.
- Ieder document dat de ARPEE verbindt tegenover de burgerlijke overheid, wordt ondertekend door de beide voorzitters of hun afgevaardigden. Dit geldt echter niet voor de zaken die eigen zijn aan de afzonderlijke vleugels.
- Als een van beide voorzitters weigert te ondertekenen, wordt het probleem doorverwezen naar de centrale raad. Als hij blijft weigeren, ondertekenen twee derden van de leden van de centrale raad in zijn plaats.
- De vergaderingen worden in overleg voorbereid door de covoorzitters en afwisselend door hen voorgezeten. Ze kunnen zo nodig in gezamenlijk akkoord deze volgorde van voorzitterschap van de zittingen wijzigen.
Artikel 7
De centrale raad heeft als opdracht:
- de door de ARPEE genomen besluiten en voorgestelde benoemingen aan de bevoegde burgerlijke overheid over te brengen; de centrale raad kan deze bevoegdheden delegeren;
- te waken over de goede werking van de commissies en van het personeel dat ten dienste staat van deze commissies; indien nodig kan hij tussenkomen op welk niveau dan ook, in overeenstemming met de statuten en het huishoudelijk reglement van de ARPEE;
- alle vragen met betrekking tot de erkenning van plaatselijke gemeenten te behandelen rekening houdend met de verworven rechten; de aanvragen worden behandeld in volgorde van indiening doch het staat iedere vleugel vrij interne aanpassingen door te voeren;
- jaarlijks rekening en begroting op te stellen en aan de beide vleugels ter goedkeuring voor te leggen;
- zo nodig een zaak voor te leggen aan de bemiddelingscommissie of aan de juridische adviescommissie;
- een jaarlijks activiteitenverslag over te maken aan de respectievelijke synodes van de beide vleugels;
- het huishoudelijk reglement te vervolledigen en er eventueel de nodige wijzigingen in aan te brengen;
- de archieven te beheren volgens de wettelijke voorschriften;
- indien nodig, ad-hoccommissies op te richten op basis van het pariteitscriterium;
- t.a.v. de burgerlijke overheid op te treden als tussenpersoon voor alle protestants-evangelische kerken en denominaties – als dusdanig erkend door de beide vleugels – die beroep doen op de ARPEE.
Artikel 8
- De centrale raad beraadslaagt geldig, als er ten minste drie leden van elk der beide samenstellende vleugels aanwezig zijn.
- Als het quorum niet bereikt wordt, kan de centrale raad geldig besluiten nemen tijdens de tweede bijeenkomst. In dat geval beschikt iedere vleugel over vier stemmen, wat ook het aantal aanwezige personen is.
- De centrale raad beslist met een meerderheid van twee derden van de aanwezige stemmen. De onthoudingen worden gelijkgesteld met tegenstemmen.
Artikel 9
Wanneer de centrale raad wegens een intern conflict niet in staat is een besluit te nemen, of wanneer de centrale raad er niet in slaagt een door de commissies voorgelegd conflict op te lossen, vraagt hij om advies aan de juridische adviescommissie of legt hij de zaak voor aan de bemiddelingscommissie. Indien de centrale raad het advies van een van deze commissies afwijst, moet hij deze beslissing motiveren.
Artikel 10
- De notulen van de vergaderingen van de centrale raad worden opgesteld in het Nederlands en in het Frans. De centrale raad kan enkel met algemeen akkoord van alle leden een eentalig verslag opstellen. Besluiten dienen steeds te worden vertaald.
- De notulen zijn vertrouwelijk. Alleen de besluiten mogen openbaar gemaakt worden.
III DE COMMISSIES
III DE COMMISSIES
Artikel 11
Commissies beheren de volgende verschillende diensten:
- legeraalmoezenierdienst;
- aalmoezeniersdienst in de gesloten instellingen;
- aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen;
- protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Franse en de Duitstalige Gemeenschap;
- protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Vlaamse Gemeenschap,
- openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap;
- openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap;
- openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap.
Artikel 12
- De commissies functioneren onder de verantwoordelijkheid van de centrale raad. Commissies met een autonoom statuut vallen onder de morele verantwoordelijkheid van de centrale raad.
- De commissies hebben als opdracht de ondersteuning van en het toezicht op de werkzaamheden van hen voor wie zij verantwoordelijkheid dragen.
- De commissies brengen jaarlijks schriftelijk verslag van hun activiteiten uit bij de centrale raad.
- De commissies leggen jaarlijks hun begrotingswijzigingen voor aan de centrale raad. Indien geen begrotingswijzing werd ingediend, maakt de centrale raad een budget op aan de hand van de bestaande cijfers. Deze zijn achteraf niet weerlegbaar.
- Elke commissie stelt haar eigen huishoudelijk reglement op en legt dit en eventuele latere wijzigingen ter goedkeuring voor aan de centrale raad.
- Indien zo bepaald bij wet, decreet of reglement, treden de commissies op als bevoegde instantie voor de materie, omschreven in de desbetreffende wettelijke schikkingen. In dit geval worden de commissies, die werken onder de morele verantwoordelijkheid van de centrale raad, door de centrale raad voorgedragen aan de bevoegde overheden. Indien nodig, kunnen de commissies met toestemming van de centrale raad en na controle van hun statuten door de centrale raad besluiten om een vzw op te richten om hun financiën te beheren. De centrale raad waakt erover dat hij vertegenwoordigd is in de algemene vergadering van deze vzw’s.
Artikel 13
- Elke commissie is samengesteld uit vier verkozen afgevaardigden van de VPKB-vleugel en vier verkozen afgevaardigden van de FS-vleugel, tenzij de commissie-instructies de pariteit met een ander aantal vaststellen.
- De kandidaat-leden voor de commissies moeten aan de volgende vereisten voldoen:
a) zij zijn door opleiding en/of ervaring bekwaam op het betreffende vakgebied;
b) zij staan in nauw contact met hun kerkelijke achterban;
c) zij beschikken over voldoende vrije tijd om dit werk naar behoren te doen, dat op vrijwillige en onbezoldigde basis gebeurt;
d) zij zijn minstens passief tweetalig, behalve als zij zetelen in commissies die gaan over gemeenschapsmaterie;
e) zij hebben een collegiale ingesteldheid en zijn in staat constructief samen te werken met andersdenkenden, en hun standpunt op een niet-confronterende manier tegenover hen te verdedigen. - Niemand kan zetelen in meer dan één commissie.
- De leden van de centrale raad van de ARPEE kunnen niet zetelen in de commissies.
- De commissies kunnen, na akkoord van de centrale raad zowel over het principe als over de keuze van de personen, externe raadgevers aantrekken, met raadgevende stem.
Artikel 14
- Tenzij anders vereist, duurt het mandaat van de leden van de commissies vier jaar.
- Het mandaat kan niet aan derden overgedragen worden.
- De vleugel deelt ten laatste aan het einde van het vierde jaar de vernieuwing van het mandaat, de naam van het nieuwe lid of het vacant zijn mee.
Artikel 15
- De commissies vergaderen geldig als er ten hoogste één lid van elk der beide samenstellende vleugels afwezig is.
- Als het quorum niet bereikt wordt, kan de commissie geldig besluiten nemen tijdens de tweede bijeenkomst. In dat geval beschikt iedere vleugel over vier stemmen, wat ook het aantal aanwezige personen is.
- De commissies beslissen met een meerderheid van twee derden van de aanwezige stemmen. De onthoudingen worden gelijkgesteld met tegenstemmen.
Artikel 16
- De leden van elke commissie kiezen uit hun midden een secretaris en een voorzitter.
- De secretaris is belast met het verzenden van de uitnodigingen. In iedere vergadering wordt de datum van de volgende vergadering vastgelegd.
- Op verzoek van de centrale raad of van de helft van de leden van de commissie wordt de commissie samengeroepen.
- Indien de commissie van oordeel is dat het secretariaat ernstig in gebreke blijft, brengt de voorzitter, of bij ontstentenis de andere leden van de commissie, de centrale raad op de hoogte, die de commissie samenroept om een oplossing voor de situatie te vinden.
- De notulen worden ondertekend door de secretaris en de voorzitter. Een exemplaar wordt overgemaakt aan de centrale raad van de ARPEE.
Artikel 17
- De leden van de commissies vragen de goedkeuring van de centrale raad voor alle beslissingen die een ingrijpende verandering kunnen teweegbrengen in de taken, opdrachten en gebruiken voor de materie die deze commissies op dat ogenblik beheren. Zij houden bij het nemen van deze beslissingen rekening met hun morele verantwoordelijkheid alsook met de juridische en financiële gevolgen ten aanzien van hun achterban.
- Indien een commissie niet tot een akkoord kan komen, dan kan er een beroep worden gedaan op de centrale raad van de ARPEE.
Artikel 18
- Over de kandidatuur van zich aanmeldende kandidaten voor het door de in artikel 11 genoemde commissies beheerde werk wordt in afzonderlijke fases beslist.
- Over de ontvankelijkheid van de kandidatuur dient door de betreffende commissie te worden beslist op grond van (1) een door de kandidaat voor te leggen bewijs van lidmaatschap van één van de kerken/kerkgemeenschappen aangesloten bij de VPKB of FS, (2) een schriftelijke verklaring van de betreffende geloofsgemeenschap over het positieve engagement van de kandidaat, (3) de door de kandidaat gevolgde opleiding.
- Wordt voldaan aan de voorwaarden van punt 1, dan wordt de kandidatuur ontvankelijk verklaard en beslist de commissie met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen over diens eventuele aanstelling.
- Indien de stemming half-half is, dan wordt het dossier overgedragen aan de Centrale Raad.
IV FINANCIËN
IV FINANCIËN
Artikel 19
- De centrale raad stelt de begroting van de ARPEE op en zendt haar aan de beide vleugels ten laatste op 30 april van het jaar voorafgaand aan het betreffende boekjaar.
- De begroting bevat de kosten die noodzakelijk zijn voor de werking van alle commissies en hun sectoren van activiteit, alsook van de centrale raad.
- Elk van beide vleugels van de ARPEE is gehouden om te voorzien in de helft van de begroting.
- Iedere vleugel heeft de vrijheid om aan zijn secretarissen een salarissupplement toe te kennen. De vleugel die van deze mogelijkheid gebruik maakt, is alleen verantwoordelijk voor de kosten en verplichtingen die hieruit voortvloeien; de andere vleugel is tot niets verplicht door een dergelijke beslissing. Het salarissupplement van een secretaris die volledig voor ARPEE-aangelegenheden werkt (wat ook de vleugel moge zijn waartoe deze secretaris van oorsprong behoort), wordt bepaald door de Centrale Raad (in voorkomend geval in overleg met de betrokken commissies) en betaald door de ARPEE.
Artikel 20
De centrale raad legt aan beide vleugels het financiële jaarverslag van de ARPEE voor ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het betreffende boekjaar.
Artikel 21
- Iedere betwisting of opmerking betreffende de begroting of de rekeningen wordt schriftelijk ingediend bij de centrale raad van de ARPEE binnen een termijn van 2 maanden na de gestelde datum. Ingeval de onenigheid blijft voortduren, wordt de kwestie voorgelegd aan de bemiddelingscommissie.
- Indien de centrale raad het advies van deze commissie afwijst, moet hij deze beslissing motiveren. De kwestie zal dan worden opgelost door middel van arbitrage, als volgt: elk van beide vleugels wijst één arbiter aan. Deze beide arbiters kiezen gezamenlijk een derde arbiter. De drie arbiters beslissen bij meerderheid van stemmen. Hun uitspraak is bindend.
V BIJZONDERE COMMISSIES
V BIJZONDERE COMMISSIES
Artikel 22
De juridische adviescommissie
- Wanneer de centrale raad van de ARPEE dit nuttig acht, kan hij om advies vragen aan de juridische adviescommissie. Aangezien deze commissie een adviescommissie is, behoort de uiteindelijke beslissing altijd en uitsluitend toe aan de centrale raad. Indien de centrale raad het advies van deze commissie afwijst, moet hij deze beslissing motiveren.
- Deze commissie is samengesteld uit zes personen erkend om hun bekwaamheid op juridisch en administratief gebied: één Nederlandstalige jurist, één Franstalige jurist en één administratief deskundige, en dit voor elk van beide vleugels. Er wordt een beroep op haar gedaan, wanneer het probleem waarmee de centrale raad geconfronteerd wordt, één of meerdere juridische of administratieve kanten heeft. Zij kan ook alle informatie op juridisch en administratief gebied die zij nuttig acht, op eigen initiatief aan de centrale raad kenbaar maken.
Artikel 23
De bemiddelingscommissie
- Wanneer de centrale raad van de ARPEE geconfronteerd wordt met een probleem, waardoor hij op dat moment moeilijk of onmogelijk een beslissing kan nemen, kan hij om advies vragen aan de bemiddelingscommissie. Aangezien deze commissie een adviescommissie is, behoort de uiteindelijke beslissing altijd en uitsluitend toe aan de centrale raad. Indien de centrale raad het advies van deze commissie afwijst, moet hij deze beslissing motiveren.
- Deze commissie is samengesteld uit zes personen die bekend staan om hun geest van vrede en verzoening, en die zo mogelijk een opleiding hebben gehad in het bemiddelen in conflicten. Zij komt met name tussen, wanneer het probleem waarmee de centrale raad geconfronteerd wordt, een kant heeft van conflict tussen belangen en/of personen.
Artikel 24
De leden van de beide bovengenoemde commissies kunnen geen lid zijn van de centrale raad van de ARPEE of van een andere commissie van de ARPEE.
Artikel 25
De opdracht, het quorum en de werking van deze adviescommissies zijn overeenkomstig hetgeen is bepaald voor de werkcommissies in III, art. 13, 14, 16 en 17.
VI ARCHIEVEN
VI ARCHIEVEN
Artikel 26
- De ARPEE is verantwoordelijk voor het beheer van zijn archieven, alsook voor die van de commissies die onder zijn verantwoordelijkheid werken.
- De archieven worden beheerd volgens de rechtsregels en de wetgeving op dit gebied.
Artikel 27
Elke vleugel van de ARPEE verzekert het beheer en de bewaring van:
- de dossiers en de archieven van de bij Koninklijk Besluit of bij ministeriële beslissing erkende plaatselijke gemeenten en deze van het personeel en van de diensten die tot zijn vleugel behoren;
- de archieven die behoren tot zijn interne werking.
Artikel 28
- De centrale raad verzekert er zich jaarlijks van, dat de archieven in goede staat worden bewaard.
- Elke vleugel bezorgt hem jaarlijks een attest dat aangeeft, dat er inderdaad een interne controle is uitgevoerd naar het naleven van de bovengenoemde regels.
- Ingeval een der beide vleugels de regels van bewaring van de archieven niet naleeft, zal de centrale raad van de ARPEE de betrokken vleugel hierover om uitleg vragen en hem gelasten de situatie zo snel mogelijk in orde te brengen.
VII VERWORVEN RECHTEN
VII VERWORVEN RECHTEN
Artikel 29
Personen
- Personen die in dienst zijn van een sector die onder de verantwoordelijkheid van de ARPEE is overgebracht, behouden hun functie en hun rechten zoals voorheen overeengekomen.
- Zij behouden hun eventuele wedde en voordelen, zolang zij in dezelfde functie aanblijven en de daaraan verbonden diensten verrichten.
- In geval van aanhoudend in gebreke blijven, van zware fouten of beëindiging van de opdracht kan de commissie die voor de persoon verantwoordelijk is, of, in voorkomend geval, de centrale raad, het besluit nemen om iemand uit zijn functie te ontslaan door een stemming met een drievierde meerderheid van de stemmen.
Hierbij houdt de centrale raad zich aan de volgende procedure.
a) Betrokkene wordt per aangetekend schrijven uitgenodigd voor een hoorzitting. In de uitnodiging wordt vermeld dat betrokkene zich kan laten bijstaan door een raadgever.
b) Van de hoorzitting worden notulen opgesteld, waarin ook melding wordt gemaakt van de argumenten die tot het besluit geleid hebben.
c) Aan betrokkene wordt een kopie van deze notulen, met het besluit, binnen de drie werkdagen overhandigd of per aangetekend schrijven toegezonden.
d) Betrokkene wordt erop gewezen dat hij binnen een tijdspanne van 14 dagen beroep kan aantekenen bij de centrale raad, indien het besluit door een commissie werd genomen. Dit beroep is niet opschortend.
Artikel 30
Erkende plaatsen
- De erkende predikantsplaatsen blijven behouden voor hun denominatie; zij kunnen, al naar gelang de behoeften en mogelijkheden, het voorwerp uitmaken van een interne herverdeling binnen de vleugel.
- De erkende plaatsen van secretaris blijven behouden voor de vleugels. Indien het salarissupplement van een secretaris door de ARPEE wordt betaald, zijn beide vleugels gezamenlijk bevoegd en verantwoordelijk voor zijn aanwerving, de organisatie van zijn werk en zijn evaluatie.
Artikel 31
Wijziging van de verworven rechten
De principes betreffende de verworven rechten kunnen slechts worden gewijzigd met eenparigheid van stemmen van de centrale raad.
VIII COMMISSIE-INSTRUCTIES
VIII COMMISSIE-INSTRUCTIES
Commissie voor de legeraalmoezeniersdienst
Artikel 32
De commissie voor de legeraalmoezenierdienst heeft als opdracht:
- nadenken over het doel en de activiteiten van de legeraalmoezenierdienst;
- informatie verstrekken over de activiteiten van de legeraalmoezenierdienst;
- de samenwerking coördineren van de opperaalmoezenier en de legeraalmoezeniers met de protestants-evangelische gemeenten;
- opkomen voor de belangen van de legeraalmoezenierdienst ten opzichte van de militaire overheid en het ministerie van Landsverdediging;
- de belangen behartigen van de legeraalmoezenierdienst in het kader van het Belgische protestantisme;
- de vereisten bepalen waaraan een kandidaat-aalmoezenier moet voldoen; als uitgangspunt gebruikt zij de vereisten, genoemd in art. 2 a) b) en e) van de ARPEE-statuten;
- iedere nieuwe wetgeving betreffende de aalmoezeniersdienst bestuderen en de centrale raad ervan op de hoogte brengen;
- problemen behandelen die door de medewerkers voorgelegd worden.
Artikel 33
- De commissie bestaat uit acht leden.
- De aalmoezeniers zetelen in de commissie met raadgevende stem.
- Noch de voorzitter, noch de andere leden van de commissie mogen gekozen worden onder de aalmoezeniers.
Artikel 34
De commissie vergadert minstens twee keer per jaar.
Artikel 35
- De verantwoordelijkheden van de legeraalmoezeniers evenals de modaliteiten van de benoeming tot deze taak, worden bepaald door de desbetreffende burgerlijke overheid en de ter zake gestelde wettelijke bepalingen en reglementen.
- Met het oog op de benoeming van een aalmoezenier brengt de commissie voor de legeraalmoezenierdienst haar advies uit. Op basis van dit advies neemt de centrale raad zijn besluit.
Commissie voor de aalmoezeniersdienst in gesloten instellingen
Commissie voor de aalmoezeniersdienst in gesloten instellingen
Artikel 36
De commissie voor de aalmoezeniersdienst in de gesloten instellingen heeft als opdracht:
- nadenken over het doel en de werkzaamheden van de aalmoezenierdienst in de strafinrichtingen en gesloten instellingen;
- informatie verstrekken i.v.m. het doel en de werkzaamheden van de aalmoezeniersdienst in de gesloten instellingen aan alle geïnteresseerden;
- de samenwerking coördineren van de regionale administrateurs, de aalmoezeniers, de bezoekers en de organisten met de protestants-evangelische organisaties die zich bezighouden met de opvang van de gedetineerden (inclusief geïnterneerden), en met de kerkelijke gemeenten;
- vormingsdagen voor medewerkers voorbereiden in samenwerking met de regionale administrateurs (minstens 4 per jaar: 2 Nederlandstalige en 2 Franstalige);
- de vereisten bepalen waaraan de medewerkers moeten voldoen; als uitgangspunt gebruikt zij de vereisten, genoemd in art. 2 a) b) en e) van de ARPEE-statuten;
- kandidaat-medewerkers rekruteren na minstens 2 gesprekken met de commissie;
- de belangen behartigen van de aalmoezeniersdienst in de gesloten instellingen tegenover de burgerlijke overheid;
- iedere nieuwe wetgeving betreffende de gesloten instellingen bestuderen en de centrale raad ervan op de hoogte brengen;
- problemen behandelen die door de medewerkers voorgelegd worden.
Artikel 37
- De commissie bestaat uit acht leden.
- Twee door de VPKB verkozen aalmoezeniers en twee door de FS verkozen aalmoezeniers zijn lid van de commissie. De regionale administrateurs zetelen in deze commissie met raadgevende stem.
- De voorzitter en de andere leden van de commissie zullen bij voorkeur niet gekozen worden onder de aalmoezeniers.
Artikel 38
De commissie vergadert minstens vier keer per jaar.
Artikel 39
De verantwoordelijkheden van de aalmoezeniers in gesloten instellingen evenals de modaliteiten van de benoeming tot de verschillende taken, worden bepaald door de desbetreffende burgerlijke overheid en de ter zake gestelde wettelijke bepalingen en reglementen.
Commissies (NL/FR) voor de aalmoezeniersdienst in ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen
Commissies (F/N) voor de aalmoezeniersdienst in ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen
Artikel 40
De commissies voor de aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen hebben als opdracht:
- nadenken over het doel en de werkzaamheden van de aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen;
- informatie verstrekken over de aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen;
- de samenwerking coördineren van de aalmoezeniers met de burgerlijke overheid, de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen, de aalmoezeniers en de protestants- evangelische gemeenten;
- de vereisten bepalen waaraan een kandidaat-aalmoezenier moet voldoen; als uitgangspunt gebruikt zij de vereisten, genoemd in art. 2 a) b) en e) van de ARPEE-statuten;
- kandidaat-aalmoezeniers rekruteren;
- de belangen behartigen van de aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen tegenover de directies en de burgerlijke overheid;
- iedere nieuwe wetgeving betreffende de aalmoezeniersdienst in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen bestuderen en de centrale raad ervan op de hoogte brengen;
- problemen behandelen die door de aalmoezeniers voorgelegd worden.
Artikel 41
- Elke commissie bestaat uit minimaal vier leden. Een aalmoezenier verkozen door de VPKB en een aalmoezenier verkozen door de FS zijn lid. De voorzitter en de andere leden van de commissie zullen bij voorkeur niet gekozen worden onder de aalmoezeniers.
- De commissies organiseren elk een netwerk van regionale cellen.
Artikel 42
De commissies vergaderen minstens twee keer per jaar.
Artikel 43
De verantwoordelijkheden van de aalmoezeniers in de ziekenhuisinstellingen en de rust- en verzorgingstehuizen, evenals de modaliteiten van de benoeming tot deze taak, worden bepaald door de desbetreffende burgerlijke overheid en de ter zake gestelde wettelijke bepalingen en reglementen.
Commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Franse en de Duitstalige Gemeenschap
Commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Franse en de Duitstalige Gemeenschap
Artikel 44
Rekening houdend met de decreten met betrekking tot de inrichting van de levensbeschouwelijke vakken in de Franse en Duitstalige Gemeenschap en met de statuten die de functie van onderwijzer en leerkracht protestants-evangelische godsdienst bepalen, heeft de commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Franse en de Duitstalige Gemeenschap (CERPE) als opdracht:
- toezien op de specifieke belangen van het ERPE in de onderwijsinstellingen ingericht, gesubsidieerd of erkend door de Franse en Duitstalige Gemeenschap die aan de voorwaarden voldoen om lessen godsdienst en zedenleer in te richten;
- toezien op het opstellen, het bijwerken en het verspreiden van de leerplannen en van alle didactisch materiaal; deze taken worden toevertrouwd aan paritaire werkgroepen (VPKB – FS) onder de verantwoordelijkheid van de inspecteurs;
- via afvaardiging van een van de beschikbare leden deelnemen aan de gesprekken voorafgaand aan het in dienst nemen van kandidaten voor het onderwijs, gesprekken die georganiseerd worden door de inspectie;
- inspecteurs ter benoeming voordragen, en er daarbij op toezien, dat de samenstelling van het inspecteurskorps zo paritair mogelijk is.
Artikel 45
- De CERPE bestaat uit acht leden: vier afgevaardigden van de VPKB waarvan een vast benoemde leerkracht of een leerkracht met minstens vijf dienstjaren in het secundair protestants-evangelisch godsdienstonderwijs en een vast benoemde leerkracht of een leerkracht met minstens vijf dienstjaren in het lager protestants-evangelisch godsdienstonderwijs, en vier afgevaardigden van de FS waarvan een vast benoemde leerkracht of een leerkracht met minstens vijf dienstjaren in het secundair protestants-evangelisch godsdienstonderwijs en een vast benoemde leerkracht of een leerkracht met minstens vijf dienstjaren in het lager protestants-evangelisch De andere leden hoeven geen leerkracht protestants-evangelisch godsdienstonderwijs te zijn. Er worden eveneens vertegenwoordigers van de ouders en van de kerken gezocht met een goede kennis van het onderwijs in de Franse of Duitstalige Gemeenschap.
- Iedere vleugel wijst een inspecteur aan, die zetelt met raadgevende stem; deze inspecteur kan worden vervangen door een plaatsvervanger.
Artikel 46
- De werking van de CERPE wordt bepaald door art. 14 tot 18 van de ARPEE-statuten.
- De commissie vergadert minstens vier keer per jaar.
Artikel 47
Aangezien het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs zich ten dienste wil stellen van de protestants-evangelische wereld in haar geheel en van iedere persoon die belangstelling heeft voor zijn waarden, moeten de leden van de CERPE zich ertoe verbinden om een godsdienstonderwijs te verdedigen waarin alle tendensen van de protestants-evangelische wereld zich kunnen terugvinden. Zij voeren hun opdracht uit in een geest van openheid, van verdraagzaamheid en, voor zover mogelijk, van samenwerking met de andere levensbeschouwelijke stromingen, alsook met eerbiediging van de deontologische regels en in overeenstemming met de pedagogische projecten opgesteld door de inrichtende machten.
Commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Vlaamse Gemeenschap
Commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Vlaamse Gemeenschap
Artikel 48
- De commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs (PEGO) in de Vlaamse Gemeenschap treedt op als de bevoegde/erkende instantie van de godsdienst inzake het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de onderwijsinstellingen die door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd zijn of die door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd of erkend zijn en die het vak godsdienst/niet-confessionele zedenleer aanbieden.
- In overeenstemming met de bepalingen in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, doet de centrale raad van de ARPEE vanaf 1 november 2003 om de vijf jaar een aanvraag tot erkenning van de commissie door de Vlaamse Regering.
Artikel 49
De commissie voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in de Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor:
- het behartigen van de specifieke belangen van het PEGO in de relatie met de Vlaamse regering, met de onderwijsinstellingen en met andere belanghebbenden;
het beantwoorden van alle vragen en het geven van adviezen en doen van voorstellen betreffende het PEGO in de relatie met de Vlaamse regering (m.n. de bekwaamheidsbewijzen);
het bekendmaken en propageren van het PEGO in de verschillende protestants-evangelische denominaties en kerken;
het opstellen van leerplannen en handleidingen ter uitvoering ervan; de commissie kan hiervoor subcommissies aanstellen;
het overmaken aan de schoolbesturen of inrichtende machten van de voorstellen tot aanstelling en vaste benoeming van de leerkrachten PEGO;
het stimuleren van de goede werking van de Stuurgroep en het toezicht op de subcommissies (m.n. de leerplancommissies);
het werven en voordragen voor aanstelling en benoeming van inspecteurs-adviseurs, het bepalen van hun beroepsbekwaamheid en pedagogische bekwaamheid, het bepalen en het begeleiden van hun werking;
het bepalen en doen eerbiedigen van de Richtlijnen, Verbintenisbrief en plichtenleer van het PEGO door alle betrokkenen en op alle niveaus;
het beheer van het bureau PEGO, waar alle dossiers en documenten betreffende het PEGO evenals de pedagogische bibliotheek worden bewaard;
het uitvoeren van alle andere taken die haar door de wetgeving worden toegekend.
Artikel 50
De commissie bestaat uit acht leden. De leden mogen geen inspecteur–adviseur zijn. Zij mogen ook niet behoren tot het onderwijzend personeel dat onder controle staat van de inspecteurs-adviseurs PE Leden van de commissie die een dergelijk ambt aanvaarden, worden als ontslagnemend beschouwd. De inspecteurs-adviseurs kunnen uitgenodigd worden ter vergadering met raadgevende stem.
Artikel 51
De commissie vergadert minstens vier keer per jaar.
Artikel 52
Aangezien het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs zich ten dienste wil stellen van de protestants-evangelische wereld in haar geheel en van iedere persoon die belangstelling heeft voor zijn waarden, moeten de leden van de commissie zich ertoe verbinden om een godsdienstonderwijs te verdedigen waarin alle tendensen van de protestants-evangelische wereld zich kunnen terugvinden. Zij voeren hun opdracht uit in een geest van openheid, van verdraagzaamheid en, voor zover mogelijk, van samenwerking met de andere levensbeschouwelijke stromingen, alsook met eerbiediging van de deontologische regels en in overeenstemming met de pedagogische projecten opgesteld door de inrichtende machten.
Artikel 53
De verantwoordelijkheden van de leerkrachten PEGO en van de leden van de inspectie en begeleiding, evenals de modaliteiten van de benoeming tot deze taken, worden bepaald door de desbetreffende burgerlijke overheid en de ter zake geldende wettelijke bepalingen en reglementen en door de bepalingen in de Richtlijnen, Verbintenisbrief en plichtenleer van het PE
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap
Artikel 54
- De commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap is het representatief orgaan van de ARPEE inzake openbare radio en televisie bij de Vlaamse Gemeenschap.
- Zij heeft als opdracht:
a) om zendtijd op de VRT verzoeken overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake;
b) de toegekende zendtijd paritair verdelen over de Evangelische Radio- en Televisiestichting vzw (ERTS) voor de FS en de Protestantse Omroep vzw (PRO) voor de VPKB;
c) de toegekende subsidie paritair ter beschikking stellen van ERTS en PRO. - Hiertoe heeft de commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap de vorm van een vzw: PRO-ERTS.
Artikel 55
De commissie bestaat uit zes leden. Deze leden vormen de algemene vergadering van PRO-ERTS, met eerbiediging van het pariteitsbeginsel van de ARPEE.
De programmamakers kunnen er geen voorzitter van zijn.
Artikel 56
De commissie vergadert minstens eenmaal per jaar.
Artikel 57
- De werkingsmodaliteiten en de toekenning van de uitzendingen worden bepaald door de decreten van de Vlaamse Gemeenschap.
- De commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Vlaamse Gemeenschap treft alle noodzakelijke maatregelen om de aanwezigheid van de protestants-evangelische eredienst op de openbare zenders te verzekeren.
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap
Artikel 58
- De commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap is het representatief orgaan van de ARPEE inzake openbare radio en televisie bij de Franse Gemeenschap.
- Zij heeft als opdracht:
a) de protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen uitgezonden in het Frans onder de voogdij van de Franse Gemeenschap door de RTBF verzekeren. Zij kan deze verantwoordelijkheid delegeren aan werkgroepen;
b) de werkingssubsidies ontvangen en beheren, evenals de giften die worden gedaan ten voordele van de genoemde uitzendingen. - Hiertoe heeft de commissie voor de openbare protestantse radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap de vorm van een vzw: Association Protestante pour la Radio et Télévision (APRT).
Artikel 59
De commissie bestaat uit acht leden, namelijk de leden van de Raad van Bestuur verkozen door de algemene vergadering van de APRT, met eerbiediging van het pariteitprincipe van de ARPEE. De programmamakers kunnen er geen voorzitter van zijn.
Artikel 60
De commissie vergadert minstens zes maal per jaar.
Artikel 61
- De werkingsmodaliteiten en de toekenning van de uitzendingen worden bepaald door de decreten van de Franse Gemeenschap.
- De commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Franse Gemeenschap treft alle noodzakelijke maatregelen om de aanwezigheid van de protestants-evangelische eredienst op de openbare zenders te verzekeren.
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap
Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap
Artikel 62
- De Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap is het representatief orgaan van de ARPEE inzake openbare radio en televisie bij de Duitstalige Gemeenschap.
- Zij heeft de volgende opdracht:
a) de protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen uitgezonden in het Duits onder de voogdij van de Duitstalige Gemeenschap door de BRF verzekeren. Zij kan deze verantwoordelijkheid delegeren aan werkgroepen;
b) de werkingssubsidies ontvangen en beheren, evenals de giften die worden gedaan ten voordele van de genoemde uitzendingen. - Hiertoe kan de Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap de vorm van een vzw aannemen.
Artikel 63
- De werkingsmodaliteiten en de toekenning van de uitzendingen worden bepaald door de decreten van de Duitstalige Gemeenschap.
- De Commissie voor de openbare protestants-evangelische radio- en televisie-uitzendingen in de Duitstalige Gemeenschap treft alle noodzakelijke maatregelen om de aanwezigheid van de protestants-evangelische eredienst op de openbare zenders te verzekeren.